Gebitsverzorging

Tips om het gebit van uw hond/kat in optimale conditie te houden.(door Verpleegster Annelies Vanhecke en Dierenarts Eric Van Welden) 

1. De hond 

De hond heeft net als de mens een melkgebit en een blijvend gebit. 

Melkgebit: 28 tanden; Blijvend gebit: 42 tanden 

Het wisselen begint tussen de leeftijd van 3 tot 4 maanden. Op 6 maanden moeten alle tanden gewisseld zijn. De melktanden vallen uit omdat de nieuwe, blijvende tanden ze omhoog en los duwen en omdat een jonge hond op alles kauwt en kluift. 


Afwijking van het gebit 

-Onderbijter of varkensbek: een te korte onderkaak. 

-Overbijter of snoeksbek: Een te lange onderkaak. Dit heeft soms moeilijkheden bij het oppakken van het voedsel. 

-Persisterende melktanden: dit zijn melktanden die blijven zitten naast de blijvende tanden. Deze persisterende tanden dienen chirurgisch verwijderd te worden. 

-Ontsteking van de tandwortel = ontstaan van abces onder de wortel -

Ontwikkelen van tandsteen. Dit is de meest voorkomende afwijking. Speeksel, voedselresten en mondkiemen vormen een kleverige laag op te tanden; dit noemen we tandplak. Deze laag wordt als maar dikker en verhardt snel tot tandsteen. Tandplak irriteert het tandvlees en leidt tot ontsteking, het tandvlees trekt terug en het bot wordt aangetast Een ontstoken mond heeft ook zijn weerslag op de algemene toestand van de hond. 

2. De kat 

Grotendeels gelijkaardig als de hond. Toch zijn er enkele verschilpunten. 

Melkgebit: 26 tanden Blijvend gebit: 30 tanden 

Het wisselen van de tanden gebeurt op leeftijd van 3 maanden. 


Afwijking van het gebit 


-De poes is zeer gevoelig voor het ontwikkelen van tandsteen 

-tandhalsletsels: dit zijn gaatjes op de tandhals. Indien de tand te erg is aangetast dient die verwijderd te worden 


3. Tips voor de eigenaar i.v.m. het gebit van hond en kat 

-controleer de stand van de tanden. 

-controleer of het wisselen correct gebeurt. 

-controleer het gebit 1 maal per maand op: tandsteen,tandhalsletsels bij de kat, losse tanden, vieze muilgeur, speekselverlies, niezen en neusvloei, pijn: geeft aanleiding tot gedragverandering bv.: klappertanden, geeuwen, wrijven van de mond tegen voorwerpen enz. 

-poets indien mogelijk de tanden of geef speciale kauwbeentjes. 


4. Hoe kunt u tanden poetsen bij uw huisdier? 

-De muil blijft gesloten 

-Met één hand tilt u zijn lip langs één zijde op en u poetst de tanden. 

-Zacht poetsen met circulaire beweging. 

-Maak gebruik van een zachte tandenborstel en een pasta voor dieren met aangepaste smaak. 

-Laat uw huisdier vooraf de pasta proeven, dan zal hij het poetsen gemakkelijker aanvaarden. 

Ondervind u problemen of heeft u verdere vragen, neem dan gerust contact op. Ik zal u met plezier helpen.