Sportduiven (Diergeneeskundige begeleiding)

1. Jaarlijks vaccinatieschema

Paramyxo-, pseudovogelpest-virus

Jaarlijks alle duiven vaccineren, is verplicht voor deelname aan wedstrijdvluchten. Jonge duiven vaccineren vanaf de leeftijd van 3 weken; de kwekers vaccineren 4 weken voor koppelen en de wedstrijdduiven vaccineren één maand voor begin seizoen

Pokken

Jaarlijks vaccineren, alhoewel vroeger dit anders werd aanbevolen. Jonge duiven worden gevaccineerd op 4-6 weken ouderdom, en zeker een maand alvorens wordt begonnen met leervliegen. Indien dit gebeurt met de veerfollikelmethode, ziet men een knobbeltje optreden een week na vaccinatie. Er bestaan ook een combinatievaccin Paramyxo-pokken op de markt, dit is even goed.


Paratyfus (Salmonella typhymurium var. Copenhagen)

Dit vaccin werkt zowel preventief als curatief. Primovacinatie bestaat uit 2 inentingen met een interval van 3 weken, daarna om de 6 maand herhallen. Jonge duiven kunnen gevaccieerd worden vanaf 6 weken, oude duiven best vaccineren 4 weken voor de start van het seizoen.


2. Ziektes van het spijsverteringsstelsel

Coccidiose (Eimeria labbeana, E. columbarum)

Is één van de bekendste duivenziekten veroorzaakt door een ééncellige parasiet. Caccidiose is een niet zo ernstige aandoening die diarree en een mindere vlieglust veroorzaakt. Meestal krijgen de duiven ook iets minder dons. De diagnose wordt gesteld door autoptie of microscopisch mestonderzoek. De therapie bestaat uit een behandeling met Toltrazuril (Baycox®) 15mg/duif gedurende 3dagen. Toltrazuril is een goed produkt, weinig kans op herinfectie, maar is belastend voor duif. Dus niet behandelen tijdens seizoen. Er kan ook Clazuril (Appertex®) gebruikt worden (2,5mg/duif). Clazuril is minder belastend. Verder kan er ook via drinkwater behandeld worden met Natrium-sulfadimidine (S-Mez 16®% 10ml/liter water, Vanina® 45ml/liter water gedurende 2x3 dagen). Ook Sulfadimethoxine (Coxi plus® 1dosis/2liter water gedurende 5dagen) en Natrium-sulfaclozine (ESB 3® 50mg/kg) kunnen gebruikt worden, Natrium-sulfaclozine is het enige sulfonamide dat kan gebruikt worden tijdens de leg-periode. Met de andere producten worden de kwekers behandeld tijdens broed. Soms word ook wel eens Sulfadiazine&Trimethoprim (Trimazin® of Emdotrim® 40mg/kg) of Sulfachloorpyridazine&Trimethoprim (Cosumix plus® 25mg/kg) gebruikt.


Trichomonose (Trichomonas gallinae) " 't geel"

Is nog steeds de meest verspreide aandoening bij duiven veroorzaakt door een ééncellige parasiet van het slijmvlies van keel, bek, slokdarm en krop. De parasiet veroorzaakt slijm achter in de keel en bemoeilijkt zo de ademhaling. Bij nestjongen zien we soms naveltrichomonose. De diagnose wordt gesteld door een uitstrijkje van de keel microscopisch te onderzoeken. Voor de behandeling kan men Ronidazole (Tricho plus® poeder 100mg/liter water, Trichocure® 5mg tabletten, 10mg/kg) gebruiken. Ook Carnidazole (Spartrix® 20mg/kg) 1x1 tablet kan gebruikt worden. Kwekers tijdens broedtijd behandelen(5 dagen), zodat de de jongen niet besmet worden tijdens azen. De jonge duiven 5dagen behandelen bij spenen. De vliegers tijdens seizoen éé n maal per maand eens kort behandelen (3dagen) of iedere week elke vlieger een tablet. Naast al deze behandelingen, dient ook 2x per jaar het gehele hok samen behandeld te worden, vb. na de rui.


Wormen (Capillaria obsignata, C. caudinflata, Ascaridia columbae, Raillietina hymenolpis(lintworm), Echinostoma paraulum, E. recurvatum, E. revolutum

Duiven die lijden aan worminfecties kunnen niet in vorm komen, ruien niet goed en presteren minder. Capillaria(haarworm) is pathogener dan de spoelwormen(Ascaridia). Lintworm(cestode, Raillietina)- en Echinostoma(trematode)-infecties komen in onze streken niet zoveel voor. De diagnose wordt gesteld via mestonderzoek. De behandeling gebeurt via drinkwater of individueel. Daarnaast moeten ook hygiënische maatregelen worden genomen. Spoel- en haarwormen worden behandeld met Febantel (Avicas® 30mg/kg gedurende 2dagen, herhalen na 21dagen), Fenbendazole (Panacur® 50mg/kg gedurende 2dagen, herhalen na 21dagen). Fenbendazole liefst niet gebruiken tijdens leg-en rui-periode(veerdefecten). Eventueel kan Ivermectine gebruikt worden (0,2 ml Ivomec®/liter water gedurende 2dagen, herhalen na 21 dagen). Wanneer men te doen heeft met lintwormen kan men best behandelen met Praziquantel (Droncit® 10mg/kg). Tenslotte zou ik graag nog eens de Tetrameres (kliermaagnematode) vermelden; deze geven cysten in de kliermaag, waardoor een slechte vertering ontstaat. Tetrameres kunnen behandeld worden met Ivermectine.


Hexamithiase (Spironucleus columbae)

Dit is een ééncellige parasiet van de dikke darm die gepaard gaat met diarree(stinkend en helgroen), braken, vermageren, veel drinken en uitdroging. Hexamithiase komt veel voor bij gespeende jongen. De diagnose gebeurt door microscopisch onderzoek van verse faeces. Behandeling: zie trichomonas.


Escherichia coli-diarree

Een van de meest voorkmede oorzaken van bacteriële darmontsteking, 'jonge duiven-ziekte' genaamd. Groene slijmerige mest, anorexia, veel drinken. Behandeling: aan de hand van antibiogram, Lincospectin 100® 3gram/10liter water, Baytril® 150mg/liter water, .... Dikwijls komen E.coli en hexalithiase samen voor, daarom 3-5dagen na spenen Erythromycine + Ronidazole gedurende 3dagen.


3. Ziektes van het ademhalingsstelsel

Ornithose-complex

Meerdere oorzaken: chlamydia, mycoplasma's en herpes. We zien een nat oog met etterige uitvloei, vuile neuzen, krabben aan kop, we horen reutels en niezen. Er zijn dalende prestaties en verminderd uithoudingsvermogens. Behandeling: doxycycline 20mg/kg (of 500mg/liter) eventueel samen met tylosine 10mg/kg. Ook erythromycine 2gram/liter water kan gebruikt worden. Ook kunnen verschillende oogzalfjes zoals clinagel vet®, gloveticol® of neusdruppels zoals soframycine® gebruikt worden. Bisolvon® kan overvloedig slijm oplossen. Ook BRUX (Merbromin natricum 20mg, aqua purificatum ad 1ml) wordt gebruikt om in de ogen en neus te doen bij vertrek en aankomst.